top of page

Michel Kleinjan en Leonoor van Dongen: beroepsavonturiers

​​

Michel Kleinjan (44) en Leonoor van Dongen (47): ‘beroepsavonturiers’ en klimmers in hart en nieren. In 2010 richtten ze GoodClimbing op. De twee coachen sporters bij het sportklimmen, maar ook - en vaak daardoor - op andere gebieden in hun leven. "Sport is een snelkookpan."

Stralende gezichten en ongeremd gelach: Michel en Leonoor hebben hun weg gevonden en dat is te zien. Het duo staat op het punt te beginnen aan een nieuw avontuur: door Europa trekken in een camper, van klimhal naar klimhal. Het huis staat al te koop. Zo wil het stel hun nieuwe trainingsmethode, Topfit Online, ook in Europa introduceren. Onderweg zullen ze ook zelf trainen én andere klimliefhebbers coachen in de bergen.

De afgelopen jaren overwinterden Michel en Leonoor op Tenerife. Liefst zo lang mogelijk, tot de winterkou hier weer uit de lucht was. De zomers brachten ze door in hun ‘zomerhuisje’ aan de Rotte, net buiten Rotterdam. Michel: “In de winter is het hier koud en trekt iedereen zich terug in huis. Slechts een handjevol klimmers traint dan serieus door, dus voor ons is hier dan weinig te doen. Op Tenerife gaat het buitenleven gewoon door en wordt er gefietst, gezwommen én geklommen. Het is een vulkanisch eiland, in feite één grote rotspartij. Er valt dus lekker veel te klimmen.”

Buiten de gebaande paden

Het gesprek zal vaak gaan over hun – in de ogen van anderen – bijzondere levensstijl. Voor hen de logische consequentie van het volgen van je passie. Leonoor: “De buurman zei: ‘Ga je in een cámper wonen? Maar hoe moet dat dan als je straks 50 bent?’ Toen ik zei dat ik daar nog maar drie jaar vanaf was, keek hij wel even verbaasd.” Michel: “Ik kan daar wel om lachen.” Leonoor, grijnzend: “We zeggen vaak: ‘Alles wat wij doen, dat kun jij ook.’ En dan krijg je de tegenwerpingen: ‘Maar, je moet toch een huis kopen en een hypotheek betalen, en…’” Triomfantelijk: “Nee, hoor .”

Ze zijn er volledig van overtuigd dat oprechte inzet voor je doel ervoor zorgt dat alles - vroeg of laat - op zijn plaats valt. Het leven lijkt hen gelijk te geven. Michel: “De eerste winter die we op Tenerife doorbrachten hebben we gewoon een huis gehuurd. Het daaropvolgende jaar bleek een cliënt van ons er een huis te hebben gekocht omdat het gebied hem zo aansprak. Wij mochten daar toen drie maanden verblijven.”

Deze ‘mazzel’ illustreert ook direct een andere rode draad in hun leven: de band met de mensen die ze coachen gaat vaak verder dan die van klimcoach en klimmer. Soms worden cliënten vrienden, en eten ze regelmatig een hapje mee aan de picknicktafel in de tuin. Wanneer mensen zich openstellen gaat de coaching al snel niet alleen meer over de klimsport, maar ook over mentale blokkades en persoonlijke ontwikkeling. Ook tijdens trainingsstages op Tenerife en in Frankrijk (waar iedere gemotiveerde klimmer zich voor kan inschrijven) stellen de coaches hun leven open voor hun gasten. Overdag zoeken Michel en Leonoor mooie routes voor ze in de bergen, waar ook samen getraind wordt. ’s Avonds eet iedereen samen, op het dak van het huis waar ze met z’n allen slapen.

© Martin Fickweiler

Vertrouwen

Na omzwervingen in de buitensport, als klimroutebouwers, motiverende sprekers in het zakenleven en persoonlijk coach voor Olympisch wildwaterkanoër Robert Bouten, lijkt het stel ook nu weer precies gevonden te hebben wat hen op dit moment het beste past. Hun gevarieerde achtergrond en avontuurlijke instelling – ze schromen niet om hun hele leven om te gooien wanneer de situatie daarom vraagt – is gebaseerd op de vaste overtuiging dat je moet leven zoals je hart je ingeeft, zonder je al teveel druk te maken om conventionele bezwaren.

Michel: “Als je gaat doen waar je echt van houdt, dan komen de dingen die je nodig hebt vanzelf op je pad. Je hoeft daar niet per se naar te zoeken. Er komt dan niet méér op je pad dan je nodig hebt, maar wát je nodig hebt, komt.” Leonoor: “Michel houdt mij altijd voor: ‘Laat het los, dan gebeurt het.’ Ik was daar vaak heel sceptisch over. Maar het gebéurt! Als je positief blijft, komt het goed. Dat blijkt elke keer weer.”

Michel haast zich hieraan toe te voegen: “Je moet natuurlijk wel zelf werken, investeren. We zijn al 21 jaar getrouwd. We hebben iets opgebouwd samen en timmeren al heel lang aan de weg. Het gaat om de diepe overtuiging dat je de juiste keuze hebt gemaakt voor je eigen geluk. Als je er dan ook nog hard voor werkt, dan levert dat iets op.”

Deze positieve vastberadenheid lijkt ook nu vruchten af te werpen. Michel: “We hebben net besloten dat we de komende tijd, nu we de Topfit Online klimtraining geperfectioneerd hebben en onze klimmers ook op afstand kunnen coachen, door Europa willen gaan touren om deze methode groter te maken. Prompt meldde zich afgelopen zondagavond een sponsor. We hebben de man direct de volgende dag bij ons in huis uitgenodigd en diezelfde dag was de deal beklonken. Dat soort dingen dus.” Leonoor, lachend: “Een vriend zei: ‘Bij Michel is het glas niet halfvol, het loopt óver.’ Waarop een andere vriend over z’n schouder toevoegde: ‘Nee joh, hij drinkt uit de kraan!’”

Michel: “Toevallig ben ik net bezig in een boek, De Uitvinders van Walter Isaacson, over de mensen die het internet ontwikkeld hebben. Dat soort denkers inspireert mij. Ze gaan van nul naar iets dat voor heel veel mensen erg waardevol is. Dat je out of the box durft te denken en de tegenstand negeert, dat vind ik mooi. Dan denk ik aan componisten, uitvinders, grote coaches en sporters zoals Muhammad Ali, die hun werkveld echt hebben veranderd. Erg inspirerend.”

Kunstje voor 300 man

Michel en Leonoor ontmoetten elkaar 26 jaar geleden tijdens het introductieweekend van de HALO (Academie voor Lichamelijke Opvoeding in Den Haag, red.). Na hun opleiding kwamen ze in de buitensport terecht en verzorgden de meest uiteenlopende sportactiviteiten in België en Frankrijk. Leonoor: “Het was heerlijk: we werkten buiten, woonden in ons busje en klommen in de mooiste natuurgebieden. Zo verdienden we 75 gulden per dag.”

Helaas bleek dát op den duur toch iets te weinig om van rond te komen en besloot het stel naar Nederland terug te keren. Ze waren op de juiste plaats op het juiste moment: “We kwamen terug toen klimcentrum de Monte Cervino net in aanbouw was; er moesten klimroutes gebouwd worden,” vertelt Michel. “We raakten aan de praat met de eigenaar (Peter Loef, red.) en onze stijl sprak hem wel aan, denk ik. We woonden in een oud taxibusje – dat we elke keer wanneer we vrij hadden verder ombouwden tot camper – en waren helemaal thuis in de klimwereld.” Michel werd er routebouwer. Leonoor: “Ik heb daar ongeveer alles gedaan wat je maar kunt doen in een klimhal: cursussen gegeven, routes gebouwd, achter de bar gestaan, schoongemaakt… Het was perfect.”

© Frank Penders

De stap van sportinstructeur naar coach bleek vervolgens niet zo groot. Michel: “Door contacten in de buitensportwereld zijn we de coachingswereld binnengerold. Ik heb in die periode mijn diploma als master coach behaald in het neurolinguïstisch programmeren (NLP). We maakten deel uit van een team dat teambuilding en procesbegeleiding verzorgde en gaven motiverende toespraken voor bedrijven uit de top 300.”

Leonoor vult aan: “Het kón niet op in die tijd. ‘Teambuilding’ was een toverwoord en er was geld in overvloed. We hebben de gekste teambuildingopdrachten verzorgd en zelfs met helikopters gevlogen.” Michel: “Na een tijdje werd ik minder gedreven en werd het motiveren een beetje een ‘kunstje'. Als je eenmaal weet hoe je een groep van 300 man enthousiast kunt krijgen, kun je dat toepassen - of het nu gaat om een sportopdracht of een kookworkshop. De cultuur ging ons een beetje tegenstaan. Die mensen probeerden een goede beurt te maken bij hun collega’s en deden vaak een beetje uit de hoogte: ‘Zo, mannetje, vertel jij ons eens even wat we gaan doen vandaag.’ Op een gegeven moment waren we daar wel een beetje klaar mee.” Ook de financiële crisis speelde een rol in hun besluit. Leonoor: “In 2008 was er ineens geen geld meer in het bedrijfsleven, en dus ook geen werk. Dat was eens te meer aanleiding voor verandering.”

Frambozentelerij

Leonoor: “Toen zijn we ‘even’ een frambozentelerij begonnen. We woonden in die periode in Zeeland, naast een biologische boer. We hielpen hem vaak en vatten het plan op zelf een frambozentelerij te beginnen: lekker verbonden met de natuur een rustig leven leiden met zijn tweetjes. We kochten een huisje aan de dijk en huurden een hectare grond. Samen hebben we, met de hand, 3500 frambozenplantjes geplant. Vanuit ons huis liep je een trappetje af en dan stond je, links en rechts langs de dijk verspreid, direct tussen onze planten.”

Het bracht hen niet de voldoening die ze zochten. Michel: “Het werkte niet. Het liep niet met de verkoop en bovendien zíjn wij helemaal geen mensen om lang op één plek te blijven.” Leonoor: “Neem het huis waar we nu zitten. We wonen hier nu vier jaar en dat is láng hoor, voor ons.”

De klimsport raakte steeds verder op de achtergrond. Leonoor: “Jarenlang klommen we amper. Hooguit af en toe een weekje, in de Verdon. Het ging in die tijd niet echt goed met ons: we hadden een nieuwe impuls nodig. Ik bedacht me dat er altijd één ding is geweest waar we allebei heel erg gelukkig van werden: klimmen. Dus dat moest weer de ruimte krijgen.

Michel: “Wat ook meespeelde, is dat Robert (Bouten, Olympisch wildwaterkanoër, red.) bij ons aanklopte. Zijn ouders zijn bevriend met die van mij en vertelden dat hij in de knoop zat en zijn prestaties achteruit gingen. Mijn ouders raadden coaching aan: ‘Stuur hem naar Michel, dat is zijn werk!’. Robert had zich gekwalificeerd voor de Spelen in Beijing en vroeg mij hem te helpen bij zijn voorbereiding. Ik was direct enthousiast en deed het voor niets. Ik was er totaal niet mee bezig dat ik dit misschien als werk zou kunnen doen. Ik vond het gewoon hartstikke leuk.”

Van jongen naar man

Met Roberts kanotalent was niets mis. Michel: “Robert was echt nog een jongetje toen. Hij was heel goed en ging helemaal op in het kanoën. Je sport fysiek tot in de puntjes beheersen is echter niet genoeg om het op topniveau te redden. Robert was een amateur, al sportte hij op professioneel niveau. Voor de Spelen moet je een professional zijn op alle vlakken, niet alleen fysiek. Robert moest een man worden die stáát voor zijn vak. Als topsporter heb je een verhaal nodig om sponsors binnen te halen, zodat je met hun steun resultaten kunt behalen. Dat had Robert nodig, ook om weer in zichzelf te gaan geloven.”

Michel zette hem flink aan het werk met een aantal pittige persoonlijke opdrachten: “Ik vroeg Robert wie hem inspireerde, wie zijn voorbeelden waren. Hij kon me direct een aantal namen noemen. Ik gaf hem de opdracht contact met hen te zoeken en hen te vragen hoe zij hun professionele bestaan op de rit hadden gezet. Hij moest daar dan een week later een verslag over inleveren. Dit soort opdrachten heeft hem de kennis, maar ook het lef gegeven om zich als profsporter te leren presenteren. Hij leerde zijn vak met trots uit te dragen.”

Het resultaat: Robert werd 9e op de Spelen van 2008. Michel: “Plotseling meldden ook anderen zich voor sportcoaching. Toen pas realiseerde ik me: ik ben hier goed in, dit zou mijn werk kunnen zijn.”

Topfit klimtraining

De passie voor het klimmen leefde weer op. Michels eigen ervaring in de sport – klimmer sinds zijn 16e, 8a in de rotsen als 24-jarige - en zijn honger naar sportfysiologische kennis maakten dat hij de klimsport anders ging benaderen. Michel: “Klimmers pakken het raar aan. Je klimt een route van tien minuten. Daarna is je maatje aan de beurt. Dus sta jij, nog nat van het zweet, tien minuten stil. Ter vergelijking: als je tien minuten gaat hardlopen en daarna direct tien minuten op de bank gaat zitten, is de hele trainingsprikkel verdwenen. Met andere woorden: je bent compleet herstelt en je hartslag is weer laag. Op die manier gaat je conditie amper vooruit. In geen enkele andere sport dan de klimsport wordt dan ook zo getraind; het zet namelijk geen zoden aan de dijk.”

Michel: “Voor de gemiddelde klimmer gaat het vaak zo: je klimt 1 à 2 keer per week en wilt elke keer dat je traint iets moeilijkers doen dan je ooit hebt gedaan. Dat is best raar. Bij andere sporten train je twee keer per week, waarna je op zaterdag een wedstrijd speelt: het moeilijkste dat je ooit hebt gedaan, namelijk je beste niveau ooit proberen te behalen. Om dat te kunnen, train je doordeweeks gericht op allerlei vaardigheden. In het klimmen wil je dat uitzonderlijke niveau, zonder verdere training, élke keer dat je die muur aanraakt bereiken. Dat is toch vreemd?”

GoodClimbing heeft een klimtraining ontwikkeld die voor iedere klimmer - jong, oud, ervaren of beginner - gegarandeerd een stevige verbetering van het niveau bewerkstelligd. De methode is gebaseerd op hartslagzonetraining en focust vooral op het verbeteren van de kracht en duurkracht (uithoudingsvermogen) van elke sporter. Waar nodig wordt dit door de sporter zelf aangevuld met techniektraining, het verbeteren van de souplesse, krachttraining of stabilisatie-oefeningen.

Michel: “Als alle voorwaarden om te kunnen presteren in orde zijn, ga je vooruit. Zo simpel is het. In andere sporten is dit al vaak aangetoond en wordt veel met dit principe gewerkt. Goed klimmen vereist conditie, duurkracht, spierkracht, lenigheid, technische klimvaardigheid en de juiste mindset. Om vooruit te gaan moeten al deze componenten stelselmatig verbeterd, en dus getraind worden. Met af en toe ‘lukraak’ een moeilijke route pakken kom je er niet.

Wanneer je echt stappen wilt maken of een plateau in je training wilt doorbreken, moet je al deze aspecten met zorg trainen en bijhouden. En dat kan niet allemaal tegelijk. Je hebt namelijk voor elke training energie nodig: een lange, matig uitdagende route kost energie (vooral duurkracht), maar een korte, moeilijke route ook (vooral kracht). Als je alles op één avond in de week probeert te doen, doe je elk onderdeel maar een beetje. Dat is zonde, want met de juiste planning kun je veel meer uit een training halen.”

Hartslagzones

Michel: “Wij hebben onderzocht in welke hartslagzone mensen zitten wanneer ze zich maximaal inspannen: bijvoorbeeld als ze een erg moeilijke route doen waarbij ze helemaal tot het uiterste gaan. We ontdekten dat hun hartslag dan altijd tussen de 80 – 95% van hun maximale capaciteit ligt. Dat is dus de hartslagzone waarin je winst boekt. Het uitgangspunt van de Topfit klimtraining is dan ook om je training zó op te bouwen dat je die 80 – 95% zo lang mogelijk kunt volhouden.

Om dat te bereiken moet je het werk opdelen in stukken van verschillende intensiteit: wij noemen ze de groene, oranje en rode hartslagzone. Namelijk, als jij in één keer 20 minuten doorwerkt op die 95%, dan ben je gesloopt en kun je naar huis. Je kunt het ook zo doen: 4 minuten opwarmen in de groene zone, 2 minuten rust, 6 minuten oranje zone, 3 minuten rust, 2 minuten rode zone, weer 2 minuten rust, etc. Op die manier blijft de trainingsprikkel de hele training lang aanwezig, omdat je nooit de tijd krijgt om volledig te herstellen, terwijl je de hogere intensiteit in totaal wél langer volhoudt.

Trainen als topsporter

In het begin testte ik de methode op mezelf: ik ben gaan trainen als een topsporter. Al snel klom ik weer 7a, na jaren van relatieve inactiviteit. Dat maakte mij heel gelukkig. Hierna heb ik de schema’s getest op zo´n 60 enthousiaste klimmers: jong, oud, man, vrouw, beginner en gevorderd. Bij iedereen was veel progressie te zien. Doordat we trainen met hartslagmeters is de voortgang heel duidelijk zichtbaar. Klimroute-gradaties blijven toch subjectief; dit zijn objectieve feiten. Je zíet mensen gewoon beter worden.”

Michel, lachend: “Iemand vroeg me laatst of ik soms wiskunde heb gestudeerd. Maar het was vooral uren maken, soms tot diep in de nacht. Ik heb na lang puzzelen – de kamer lag hier wekenlang bezaaid met papier – de optimale intensiteitsratio’s bepaalt in combinatie met het klimniveau en de type training (kracht of duurkracht) waar je op wilt focussen. Die verbindt ik dan weer met de feedback die ik krijg via de hartslagmeter van elke sporter.

Topfit app

Aan het einde van de testperiode merkte ik dat het er in de trainingen zo aan toe ging: ik reed naar de klimhal, deelde de schema’s en hartslagmeters uit, mensen gingen aan het werk. Ik was vooral tijd kwijt aan het uitleggen van schema’s. Ik heb die toen met behulp van een ontwerper toegankelijker gemaakt. Nu hoef ik niet meer elke training aanwezig te zijn. Ik geef mensen feedback per email en via Flow.Polar.com. Dit geeft ons weer ruimte om te reizen, en dat past eigenlijk veel beter bij ons. Wat ook erg belangrijk is, is dat we door deze techniek de methode veel betaalbaarder kunnen aanbieden. Door langs de trainingslocaties te reizen houden we toch persoonlijk contact met al onze klimmers.

Michel: “Ik merk dat de jongere garde en de mensen die nog niet zo lang klimmen meer openstaan voor een nieuwe trainingsaanpak. Dat begrijp ik ook wel: als jij in tien jaar langzaam maar zeker tot 7b bent doorgedrongen, dan ben je gehecht aan de manier waarop je dat hebt gedaan en ervan overtuigd dat dat werkt voor jou. Wanneer je nog maar weinig ervaring hebt, heb je niets te verliezen. Dit geldt natuurlijk niet altijd: laatst kwam ik een jongen van 18 tegen die 8a klimt, echt zo’n jong talent. Hij was oprecht geïnteresseerd en stelde hele goede en kritische vragen.”

Grit

Wat maakt iemand fysiek gezien een sterke klimmer? Michel: “De belangrijkste fysieke kwaliteit voor een klimmer is, volgens mij, wat ze in Engels een sterke core noemen. Je hebt goede rompstabiliteit nodig om je ledematen te kunnen controleren. Wanneer je je optrekt aan je armen moet je die energie mee kunnen nemen met je hele lijf. De kracht die je zet wordt pas actief als je de keten verbindt, anders gaat alles verloren in de ‘spons’ in het midden.”

“Wat goede klimmers daarnaast gemeen hebben is grit: vastberadenheid en doorzettingsvermogen. Je moet naar boven wíllen. In alle facetten van het klimmen heb je grit nodig: in de route op het moment dat het moeilijk wordt, wanneer je keuzes maakt wat betreft training, om concessies te doen voor het klimmen in je werk of privéleven, noem maar op. Ik zie die drive terug bij de mensen die wij begeleiden. Ze komen speciaal naar Frankrijk om in de bergen te trainen, gaan serieus aan de slag met onze schema’s of werken aan hun persoonlijke ontwikkeling - alles om beter te worden.”

“Ik maak onderscheid tussen mensen die naar mijn trainingen komen om te consumeren en mensen die willen investeren. Als je mij nodig hebt om je te motiveren om te sporten, dan ben je aan het verkeerde adres. Leonoor: “Laatst kregen we een mail van iemand die helemaal ´zat te stuiteren op de bank´ omdat ze weer een nieuw schema had ontvangen. Dáár doen we het voor.” Ze vervolgt: “Ik vertel mensen aan het begin van de training dat we niet gaan klimmen, maar trainen. Dan zie je dat besef langzaam indalen. Sommigen snakken na de training naar meer, anderen zijn zich rot geschrokken. Die laatsten zien we dan niet meer terug, maar dat geeft niet: wij richten ons op de mensen die hier juist ontzettend blij van worden.”

Sport als katalysator

Sport werkt vaak als katalysator in het leven van mensen, is de ervaring van deze twee coaches. Michel: “Ik zit soms tot één uur ´s nachts in de klimhal, diep in gesprek met een cliënt. Mensen stellen zich voor me open en daar loop ik niet voor weg. In een andere setting betaal je €135,- voor zo´n gesprek, maar dat maakt me niet uit. Mensen via de sport helpen om hun leven weer op de rit te trekken, dát is wat mij drijft.”

Het doel van GoodClimbing is dan ook niet alleen om mensen beter te leren klimmen, maar ook om mensen weer te laten inzien hoe sterk ze zijn en hoe fijn het is om lekker te bewegen. Michel, enthousiast: “Ga sporten, word gezond. Lekker naar buiten, ga geníeten! Het klimmen is voor ons eigenlijk een tool om mensen te helpen hun leven in te richten zoals ze dat eigenlijk willen".

Sport is een soort snelkookpan om uit te vinden wat er speelt in je leven en te ontdekken waar er blokkades zitten,” legt hij uit. “Soms bestaat een coachingstraject van een jaar - om iemand over zijn ´valangst´ heen te helpen - voornamelijk uit lopen en praten. We komen er dan namelijk achter dat iemand in feite geen valangst heeft. Ik laat iedereen in het eerste kwartier van mijn voorklimtraining namelijk wel 20x keer oefenen met vallen, dus daar zit de angst niet. Eigenlijk had deze man ´doorklimangst´; angst om door de gaan in het onbekende, zonder precies te weten of het ging lukken of niet. Hij vond het angstaanjagend dat hij niet wist hoe hij zich zou voelen en gedragen.”

Hij vervolgt: “Ik kom bijna altijd uit op de persoonlijke ontwikkeling. Mensen hebben daar zelf geen idee van: ze komen naar ons toe omdat ze denken dat ze hoogtevrees hebben. De sport en onze gesprekken gaan hand in hand in het ontdekken en overwinnen van mentale obstakels, zodat mensen vrij zijn om hun leven te leven zoals ze altijd wilden maar niet konden. Ik hoor vaak dat mensen het nu wél aandurven om hun leven om te gooien en die droom achterna te gaan, of dat ze zich zekerder voelen in hun werk. Dat zijn allemaal gebieden waarop de ´klimtherapie´ doorwerkt. Dat vind ik fantastisch.” Ook de sportprestaties hebben hier baat bij. Michel: “Soms klimmen mensen een jaar, twee jaar nadat we met de coaching zijn begonnen ineens het niveau dat ze altijd al wilden klimmen, terwijl we daar niet eens op getraind hebben. We hebben alleen maar samen door het bos gelopen.”

Een sterk team

Leonoor: “Ik kan alles wat Michel niet kan. Ik regel de financiën, de faciliteiten, het materiaal; al die praktische zaken die hij vergeet. Ik vind dat wel prettig: ik ben sterk in die ondersteunende rol. Laat hem maar de grote spreker zijn.” Michel: “Ik ben van de grote lijnen, het dagdromen. Als ik Leonoor niet had, gebeurde er niets. Dan zat ik hier nu nog te mijmeren over hoe goed en hoe mooi het allemaal zou kunnen zijn. Zij let op de details en zet me praktisch aan het werk. Als zij zegt: ‘Leuk allemaal, maar nu moet je die schema’s ook echt gaan máken’, dan doe ik dat. Dan werk ik drie weken bijna geobsedeerd door en kunnen we tenminste weer verder met ons traject.”

De hernieuwde focus op het klimmen heeft de twee ook persoonlijk veel gebracht. Leonoor: “Ik heb mezelf versteld doen staan, eerlijk gezegd. Hiervoor zat ik niet lekker in mijn vel, dacht dat het leven na de veertig wel zo’n beetje over was. Michel heeft mij de ruimte gegeven voor deze gevoelens en geen deadline gezet op mijn herstel. Wél hield hij mij altijd voor dat het goed zou komen. Langzaam maar zeker begon ik dingen anders aan te pakken: serieuzer sporten, gezonder eten. Toen ik net weer begon te klimmen leek het me prima de 6a te halen, daar zijn in Frankrijk genoeg mooie routes van. ‘Als ik dat volhoud tot mijn 70ste: fantastisch', dacht ik. Maar nu heb ik - voor het eerst in mijn leven - een 6c geklommen. Ik had het nooit voor mogelijk gehouden.” Lachend: “Nu ben ik los! Ik heb alle ‘hokjes’ losgelaten: we gaan dit dóen! Wie weet waar het ons brengt.”

Toekomst

Michel: “Mijn oudste deelnemer is 75: mijn eigen moeder! Ik klim zelf al mijn halve leven, en ze wilde het al een tijd proberen. Afgelopen winter was ze op bezoek op Tenerife en deed zich de perfecte gelegenheid voor.” Leonoor: “We zagen een toegankelijke, ‘liggende’ route, waar ze de eerste drie, vier meter wel iets mee zou kunnen, dacht ik. Maar ze ging veel hoger! Ik vond het al snel genoeg, want wat als ze haar grip verliest en haar heup breekt tegen de wand? Maar Michel vond het natuurlijk wel mooi: ‘Ah joh, dat komt wel goed’”. Michel: “Ik wil mensen laten zien wat ze kunnen. Het lijkt me fantastisch om me, wanneer Topfit Online goed loopt in Europa, meer te richten op 50-plussers. Daar is een wereld te winnen. Hen die kick te laten beleven van de hoogte, van het feit dat ze zélf naar boven te zijn geklommen.”

Maar eerst de volgende stap in hun leven: de tour door Europa. Opnieuw met z’n tweetjes in de camper, gaan waar het leven hen brengt. Ze hebben er zin in. En wie zou er kunnen twijfelen aan hun optimisme? Leonoor: “Het mooiste avontuur moet nog komen.”

Meer weten over Topfit klimtraining of GoodClimbing? Kijk op: www.goodclimbing.nl

© Foto 3: Martin Fickweiler. Foto 4: Frank Penders. © Overige foto's: GoodClimbing

bottom of page